TRAPPEN

Onderstaande 3 gedichten komen uit de bundel ‘WELCOME HYGIENE‘ van Paul Bogaert.

WELCOME HYGIENE. Gedichten.

Vorige cyclus| Volgende cyclus

TRAPPEN


1

De oude schakelaar,
de korte treden van beton,
de koelte ook, de geur die zo aan
kelders eigen is.

Meer nog de limonadefles die breekbaar is,
de spin die niet beweegt maar groter is dan
elders en de dief misschien onder de trap.

Dat er geen leuning is het meest van al.

Noem het voor mijn part behoedzaamheid.
Wat doet mij zo behoedzaam zijn?


2

Niet dat ze niets om handen
heeft. Zij heeft gelijk
te wachten op de begane grond.
Niet dat ze iets verbergen wil.

Parterre maakt niets verschil,
neemt zij geen woorden in de mond,
wacht zij even, houdt zij halt,
groeit er haar op mijn tanden.


3

Het valt me zwaar.
Als ik naar boven ga,

voel ik dat in mijn benen.

Of ik gewapend ben. Steeds minder licht
verdraag ik. Ik stink, vertraag.
Ik ben van glas als ik naar boven ga.

Wat ik mezelf ontstolen heb, de kelderlucht
die ik verspreid, mijn zinnen
op zijn minst, als ik aan vroeger denk,
sleep ik dat met me mee.


Uit: WELCOME HYGIENE – TRAPPEN