Onderstaand gedicht komt uit de bundel ‘Circulaire systemen‘ van Paul Bogaert.

Vorig gedicht | Volgend gedicht
08
Als men met de vangst voor zich
de ogen scherp stelt op het hoogste
terwijl haar vingers en haar lippen
al met de telling aangevangen zijn
(elke uitstulping glad als
de steel der champignons), hoe schittert alles dan!
Wat een wijziging
als zij wijst en spreekt
“van hier tot hier” en eend na eend
in het tunnelgat verdwijnt.
Uit: Circulaire systemen