BIERFIETS

Onderstaande cyclus van zeven gedichten komt uit de bundel ‘Zo kan het niet langer‘ van Paul Bogaert.

BIERFIETS


Trekt er een vrouw blootsvoets
door de straat? Het zijn háár voeten of
beter gezegd: ze heeft geen schoenen aan.

Hoe te reageren op een regenboog?
Allicht door iemand anders al getagd.
Nog beter: de regenboog proberen te ruiken
zoals je ruikt aan een lekkere soep.

Uitwerpselen? Dat is de natuur.

Als er iets opvalt of afwijkt,
kunnen we leren blijven ademen
door enkel waar te nemen.
Wat er ook gebeurt.

Een ooievaar met een geknakte hals
in staat van ontbinding?
Dat kan, het is maar een ooievaar.
Een mug is lastiger.
Nog lastiger
is een geldtransport. Of een vriendencluster.


1

Het zijn altijd dezelfden. Vandaag
te laat door een omstandigheid.
In Bed Zeker, Haha! We vertrekken
– Amai Zeg – en donderen – Ola-Pola –

de rand af, De Pedalen Nu Al Kwijt! We klinken
als barbecuevrienden in radiomayonaisereclame.
Het geweld van de kwinkslag,
een-tweetjes. De druk

van de volgende bak. Tartaar
In Zijn Haar. Andalouse Op Haar Blouse.
Veroordeeld tot elkaar

in camaraderie. Onze ketting zit strak.
Er is onweer voorspeld.
Niet in onze gemeente!


2

Op ons vliegend tapijt
is er voor theoretici geen plaats.
De uitnodiging om lijfelijk te ontsnappen
aan ons mat en tam, voorspelbaar leven komt neer op

een vereenvoudiging, ritmisch
bewegen, het naar elkaar heen en weer
schuiven van inhoud en vorm.

Onze ledematen worden zwaar.
Uiteindelijk zal dit traject
vol lussen en opstijgend vocht
tot een inkanteling leiden. Spijtig

dat onze wensen
niet op ons voorhoofd verschijnen.
We moeten raden wat er staat.


3

Als na verloop, dus ja,
van tijd   {    Bijlange niet   x2  + 8x
   Ik mix whisky in de whiksymixer   }   een paal

ons en de gemoederen dwingt
tot rechtsomkeert in Comic Sans (alles

héél erg wysiwyg) –   Tè-rúg!   Tè-rúg!   – zet iemand
 (tot dan al 3 kwartier een dirigent) zijn tanden in
 (Patsy???) de opblaaspop.

Elke rollator lokt een   *Yolo*   uit en één grote
[*door Van Dale in euh … 2012 genomineerd]
één grote collectieve teug, wie moet de slipmuts nu

   Aàn-dóén   Aàn-dóén!   De wind grijpt

het plastic … weg; scandeert er iemand van
   HOER-over-boord   door door de handpalmmegafoon.

Anderen werken ondertussen
aan een definitieve visietekst,
leveren goederen
of geven bloed.


4

Ik probeer eenieder te behagen.
Maar vleugels heb ik niet. Ik
manoeuvreer de jeep over de graven
tot ik de doorsteek vind.

Ik wil niet zagen. Ik wil niet klagen.
Maar vleugels heb ik niet. Ik
trek de eg door het siertuinweekend
naar het centrum terug.

Mijn oogkleppen verhinderen noch
verminderen de achterklap. Ik sleur de kooi,
taxiënd, door de actieradius.
Want vleugels heb ik niet.

Ik wil niet dezelfde passief-agressieve vragen
blijven herhalen. Maar ik heb geen vleugels.
Ik heb grote neusgaten.
Ik ben een bron van ergernis.


5

Voor mensen, zoals wij,
die zich graag face to face
en lang genoeg in de sirtaki verlustigen,
wordt het reële universum een decor.

Zij belanden, zoals wij, in een
work-out voor verwaarloosde
spiergroepen, in een emotionele demo
van de versnelling en de rem.

Elke beweging maakt ons loyaler en aansprakelijk
voor nieuwe initiatieven, gestuurd door erbarmen
en hebzucht, labiele medeklinkers, lekkernijen,
inbeslagnames, subtiele instructies en

buikgevoel. Elke handeling wordt een hyperlink,
stilzwijgend verlengd
uitzonderlijk vervoer, sluipverkeer
dwars door het mooie Overgave heen.

Na wat heet de blijde inkomst
zal de dubbele tong zich onherroepelijk krullen
van inwaarts gekeerd naar iets
hogers, een veruitwendiging, een magistraal optreden in de Kladderadatsch.


6

Dit doodgeschilderde
klassieke tafereel met lichaamssappen
was
in de vitrine van de galerie in de
lage-emissiezone geinig en opwindend,

de lachband
a.k.a. het DNA van de ludieke activiteit,
is
wat nu terugslaat, in schele rillingen,
in deze leegloop, deze sanitaire stop,

deze omslachtige, elitaire demonstratie
van nodeloos lijden in de periferie
was
een uur geleden nog een aria, een leuke
groep, een vreugdevuur, een horlepiep,

iets wat gloedvol verenigd was
in de elasticiteit van onze leden
is
wat nu gesprongen is in de paria in elke
in regenponcho gehulde sterveling.


Uit: Zo kan het niet langer – BIERFIETS

Poëzie. Dichtbundel van Paul Bogaert.

Toelichting bij de cyclus BIERFIETS in het algemeen en BIERFIETS 4 (Ik probeer eenieder te behagen) (interview 3’18” in VPRO-Radioprogramma ‘Nooit meer slapen’)