Over Circulaire systemen

Onderstaande bespreking van de bundel Circulaire systemen van Paul Bogaert verscheen in: Aspecten van de literatuur rond de millenniumwisseling, in: Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, Uitgeverij Bert Bakker, 2006, p. 658.

Circulaire systemen. Gedichten.

[Over Circulaire systemen]


Hugo BREMS

Het zijn 26 gedichten, die allemaal te maken hebben met een circulair systeem, zoals een draaideur, de centrale verwarming of de bloedsomloop. Referentie naar de werkelijkheid is er dus wel degelijk, maar de gedichten zijn allerminst beschrijvingen of weergaven van daarbij horende emoties. Het zijn veeleer reflecties, door middel van taal, over de ambivalenties van systeem en chaos, van herhaling en eenmaligheid. En tegelijk demonstraties van dezelfde spanningen in de taal zelf en in de poëzie. Dubbelzinnigheden die eigen zijn aan de woorden, of die ontstaan uit hun combinatie of hun plaats in het vers, spelen daarin een belangrijke rol. Zo worden in het volgende gedicht dualismen doorbroken, tussen systeem en leven, het ongeordende en het mathematische, het cyclische van het uurwerk en het rechtlijnige van de levensloop:

BREMS, Hugo – [fragment] – In: Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, Uitgeverij Bert Bakker, 2006, p. 658.