Het beest van de werkelijkheid

Onderstaande recensie over de bundel de Slalom soft van Paul Bogaert werd gepubliceerd in: De Morgen, 07-10-2009, p. 33.

de Slalom soft. Gedicht.

Het beest van de werkelijkheid

Paul Demets

Paul Bogaert bekijkt de werkelijkheid als een constructie, een enscenering waarin het lyrisch ik soms meegaat, maar waartegen het zich nog liever verzet. Dat verzet zit zeker in zijn nieuwe bundel de Slalom soft. De ‘truc van de herhaling en de terreur van het refrein’, zoals Bogaert het noemt in het lange gedicht ‘TOESPRAAK’ in zijn vorige bundel AUB, klinkt hier ook weer op de achtergrond mee. De fragmenten die samen het lange gedicht de Slalom soft vormen zijn een poging om positie te bepalen tegenover de werkelijkheid. Redding zoeken op de achtbaan van het dagelijkse bestaan, terwijl je weet dat je wordt meegevoerd. De vijf delen worden telkens voorafgegaan door een samenvatting van wat er zal volgen, waardoor de inhoud die zal volgen onontkoombaar lijkt.

Voorafgaand wordt al een vervreemdend element geïntroduceerd: ‘Waarin de werkmens zich op de dagtaak richt./ Waarin al wie niet werkt, een klant wordt./ Waarin een panter in beeld komt die rustig blijft liggen.’ Hoe de mens ook probeert te ontsnappen, hij blijft belaagd door het beest van de werkelijkheid dat hem onopvallend te lijf gaat met zijn valse neigingen tot ordenen:


Wie niets gelooft of
wie lange tijd niets inzingt,
zakt weg.
Je profiteert ondertussen door veel te bestellen.
Je kunt jezelf onmogelijk als dood aanvinken.
Er is een persoonlijk invulveld voor twijfels.

Je zou de Slalom soft een zwartgallige bundel kunnen noemen, omdat de oplossingen die aangereikt worden maar schijnbare oplossingen zijn, zodat je wel moet concluderen dat we niet kunnen ontsnappen aan ons overbewustzijn van de werkelijkheid. Maar de ironie van Bogaerts fascinerende formulering, waardoor de fragmenten in dit lange gedicht soms wel hedendaagse taferelen van Jeroen Bosch lijken, biedt toch een wezenlijk tegengewicht:


Het leedwezen. De loftrompet (prot).
Iets wat uit de luidsprekers lekt.
Concreter moet het niet worden.
Je blust de boel. Je blaast.
Laat het stijven. Het vel kan eraf.
Wat een geluk. Je schraapt het uit, ja, daar,
dat zijn de finesses.
Levenslang warmte uit andermans handen?
Daar gaat al de gruizige soep richting putje centraal.
Zou dat het venijn zijn?

DEMETS, Paul – ‘Het beest van de werkelijkheid’ – in: De Morgen, 7-10-2009, p. 33.