Onderstaand stukje over de bundel de Slalom soft van Paul Bogaert is een fragment uit een artikel dat verscheen in: Vrij Nederland, 14-11-2009, p. 61.
Ernst, mystiek en berusting. Drie verschillende, aangename bundels
Rob Schouten
Wat zijn dichters toch verschillend. De een plant beide benen stevig op de grond, de ander zweeft weg, weer een ander beoefent de berusting. Kwestie van temperamenten, natuurlijk. Paul Bogaert, Vlaming, kijkt bij voorkeur naar het leven van alledag. Geen hermeticus of mooischrijver, prest hij met dwingende en hardhandige gedichten de lezer wakker te blijven en een standpunt in te nemen. Zo was het in zijn vorige bundels en zo is het in zijn jongste de Slalom soft. Het is eigenlijk één lang gedicht in verschillende afdelingen, dat zich concentreert op de professionele mens ‘in zijn verhitte stolp, die zich voor elk uitwerpsel op afroep rept van hier naar daar’, zoals het op het omslag heet.
De avonturen van deze arbeidssloof blijken universeel, ze spelen zich af op de dagelijkse werkplek, waar het een strijdperk, een mijnenveld van jewelste is. Mooi worden zijn gedichten er niet van, het is in zeker zin een onthutsende kaalslag, maar ze blijven je wel bij met die naargeestige beelden van menselijke bezigheden: Een track muzak, een bruisgeluid,/ een sirene en een paar piepjes:/ de complete bruitage sleuren we moeiteloos mee in de/ rotvaart.
Zo rekent deze dichter af, niet alleen met romantische gedachten, maar ook met psychologie en schoonheid. Het nogal illusieloze beeld dat Bogaert van menselijk werk en de werkelijkheid schetst, blijft in deze compromisloze poëzie langdurig intact. Maar de laatste woorden uit de Slalom soft luiden: Levenslang warmte uit andermans handen?/ Daar gaat al de gruizige soep richting putje centraal./ Zou dat het venijn zijn? Misschien dat in deze ironische vraag toch nog een soort soelaas schuilgaat, maar dan wel helemaal aan het eind als er bijna geen ruimte meer voor is.
[…]
SCHOUTEN, Rob – ‘Ernst, mystiek en berusting. Drie verschillende, aangename bundels’ – in: Vrij Nederland, 14-11-2009, p. 61.