Nominatie VSB-Poëzieprijs 2011

Onderstaande tekst komt uit het juryrapport over de vijf genomineerde bundels voor VSB-Poëzieprijs 2011. De prijs ging naar Armando.

de Slalom soft. Gedicht.

PAUL BOGAERT – de Slalom soft – Genomineerd 

Jury VSB-Poëzieprijs 2011

‘Een wereld zien in een zandkorrel / en een hemel in een wilde bloem / houd de oneindigheid in de palm van je hand / en de eeuwigheid in een uur’. Ook Paul Bogaert ziet een wereld in zijn bundel de Slalom soft, maar dan wel op een radicaal andere plaats gelokaliseerd dan de romanticus William Blake. Bogaert vertelt namelijk in een bedrieglijk bevattelijke en alledaagse maar bijzonder rijke en verrijkende taal over de gebeurtenissen in een tropisch zwembadcomplex, dat is voorzien van alle mogelijke gadgets. In dat artificiële paradijs is een redder aan het werk, die behoorlijk in de war lijkt: hij kent het verschil niet tussen tam en wild (‘Noem je dit mak? / Noem je dit wild?’), zijn lichaam en de omgeving lopen in elkaar over (‘of staar je / naar de rotspartij in de Arizona-zone / of staar je / naar je palmen / of staar je / naar de dikke aders van kunststof, die mensen / met veel verbeelding aan raffinage en lozing doen denken.’), hij ziet het onderscheid niet tussen ‘een banale druppel’ en ‘een pikzwarte traan’. Dat laatste draait uit op een catastrofe: een drenkeling raakt in een shocktoestand en wordt ‘een druppel die uitloopt en zich strekt tot een ramp’ – waarna de redder ondervraagd wordt en uiteindelijk wordt opgesloten (hij ontwaakt ‘hard in een glas-en-staalfantasie’). Het bovenstaande lijkt, op het eerste gezicht althans, een verdedigbare parafrase van deze bundel, die immers onmiskenbaar veel belang hecht aan zijn narratieve dimensie; veelzeggend zijn onder meer de typische sturende ondertitels aan het begin van elk onderdeel, van het genre ‘Waarin de werkmens zich op de dagtaak richt’, en de vele tijdsaanduidingen.

Nochtans bezondigt een lezer die de bundel zo aanpakt, zich aan precies datgene wat de redder verweten wordt door zijn ondervragers: ‘Je liegt en je filtert / bijzaken’. Zo’n lezer gaat immers evengoed voorbij aan talrijke niet ‘vertaalbare’ passages, en dat ondanks herhaalde expliciete waarschuwingen tegen een homogeniserende lectuur (‘Waarin samenvatten bijzonder moeilijk om niet te zeggen / onmogelijk wordt’). In deze ingenieuze opzet schuilt de bezwerende kracht die van deze performatieve bundel uitgaat: hij voltrekt aan de lezer wat hij beschrijft. Zo belandt de lezer in het beklaagdenbankje en komen de tl-lampen van deze slopende wereld boven zijn eigen hoofd te hangen – de lezer bevindt zich nu zelf in de ‘planeet in een fles’, zoals het zwembad halverwege de bundel wordt genoemd.

UIt: Juryrapport over de vijf genomineerde bundels voor VSB-Poëzieprijs 2011.